Februari 2021
Geïnstalleerd vermogen zonnestroom opnieuw fors hoger
Het was te voorspellen: de hoeveelheid stroom uit zonnepanelen is het afgelopen jaar opnieuw sterk toegenomen. En dat kwam niet alleen door het grote aantal zonuren. De stijging is vooral het gevolg van het geïnstalleerd vermogen dat er vorig jaar bij kwam. In 2020 werd er 2,9 GW bijgeplaatst, waarmee Nederland nu ruim 10 GW aan zonvermogen heeft. Dat meldt het Nationaal Solar Trendrapport 2021, dat vorige maand werd gepubliceerd door onderzoeksbureau Dutch New Energy Research.
Volgens het Nationaal Solar Trendrapport 2021 van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research werd er voor 2,9 GWp aan zonnepanelen geïnstalleerd, waardoor Nederland de symbolische grens van 10 GWp doorbrak. Helemaal als een verrassing kwam het niet. Het Planbureau voor de Leefomgeving (pbl) voorspelde het begin 2020 al. Want, zo liet het planbureau optekenen, als de voortekenen niet zouden bedriegen, moest het geïnstalleerde vermogen aan zonnepanelen in Nederland in 2020 groeien naar 9 GWp. En dat gebeurde dus ook. Het geïnstalleerde vermogen ging er dik overheen. Een belangrijk aandeel in de groei heeft de zonnesector te danken aan huiseigenaren. In 2020 passeerde het aantal huishoudens dat beschikt over een pv-installatie voor het eerst de grens van 1 miljoen. Dat pakte vooral goed uit voor de residentiële sector, want daarmee klom het geïnstalleerd vermogen op naar 1,1 GW. Het gedwongen thuiszitten door de coronamaatregelen droeg er volgens de onderzoekers mede aan bij dat bewoners en masse besloten de eigen woning te verbeteren en te verduurzamen. De commerciële sector had vorig jaar weliswaar last van leveringsproblemen en lockdowns, maar tegelijkertijd wisten de commerciële projecten zich gesteund door de verruiming van de deadline voor het afgeven van subsidie. En zo werd er ook in een jaar waarin velen vreesden voor een sterke terugval door de pandemie, toch 1,8 GW aan nieuwe capaciteit gerealiseerd.
Wat volgens de leveranciers en producenten van pv-systemen ook een belangrijke factor is bij de groei, heeft te maken met kwaliteit. Panelen presteren steeds beter en het feit dat producenten zich de laatste jaren nadrukkelijk richten op het maken van zonnepanelen die ook in niet-zonnige situaties een goed rendement laten zien, draagt daar eveneens bij. Daardoor hebben zonnesystemen nu meer opbrengst als het bewolkt is of als er schaduw op de zonnepanelen valt. De oudere systemen gingen dan veel in opbrengst achteruit, maar bij jongere systemen is deze achteruitgang een stuk minder. Leveranciers van panelen meldden al eerder dat de coronacrisis als een van de oorzaken voor de extra opbrengsten wordt aangemerkt. Dankzij de crisis is het aantal vluchtbewegingen in het luchtruim aanzienlijk is gedaald. Er werd zelfs nauwelijks gevlogen, wat resulteerde in een heldere lucht en dus meer opbrengst. Dat er afgelopen zomer veel zonuren konden worden geregistreerd, draagt uiteraard ook bij aan de sterk verhoogde productie van zonnestroom. In het rapport wordt de verwachting uitgesproken dat de groei zich in 2021 doorzet, mede doordat projecten die door de coronacrisis werden uitgesteld, dit jaar alsnog worden gerealiseerd.
Totaal geïnstalleerd zonnestroomvermogen in Nederland.
Mooie prestatie
De groei in 2020 mag dan met 41 procent een kleine 10 procent lager zijn dat het jaar daarvoor, bij de huidige marktomvang is dat nog altijd een prestatie van formaat, stellen brancheorganisatie Holland Solar en Techniek Nederland bij de presentatie van het rapport. ‘Bij aanhoudende jaarlijkse toevoeging op dit niveau hebben de commerciële en residentiële sector samen de potentie om de huidige ambitie voor zonnestroomcapaciteit uit het klimaatakkoord ruim voor 2030 te bereiken.’ Om het vorig jaar in Nederland geïnstalleerd vermogen van 2,9 GW in perspectief te plaatsen: wereldwijd kwam het nieuw geïnstalleerd zonnestroomvermogen in 2020 uit op 126 GW. Dit is een groei van 13 procent ten opzichte van 2019. Na 2 jaar van stabiele jaarlijkse toevoegingen werd er in 2020 dus weer meer nieuw zonnestroomvermogen bijgeplaatst. Het totaal geïnstalleerd vermogen wereldwijd groeide zo met 20 procent naar 750 GW. Maar uitdagingen voor de sector zijn er ook. De toename van het aantal probleemgebieden op het elektriciteitsnet drukt de pret enigszins. In grote delen van Noord-Nederland, maar ook in Flevoland, de kop van Noord-Holland en een deel van Zeeland, is het elektriciteitsnet ‘vol’. Er is onvoldoende ruimte op de kabels om de opgewekte elektronen te transporteren, waardoor er geen zonneweides meer kunnen worden aangesloten. In 2020 kwamen er opnieuw regio’s bij met beperkingen voor levering aan het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd werd de beperking in een aantal gebieden teruggebracht van congestie naar beperkte ruimte op het net. Het in gebruik nemen van de zogeheten spitsstrook met het loslaten van de ‘n-1’-redundantie-eis zal verder moeten bijdragen aan het verminderen van transportproblematiek tot er voldoende nieuwe netcapaciteit wordt gerealiseerd.
In dit verband kwam er in januari ook nog slecht nieuws van netbeheerder Liander. De netbeheerder kwam met de mededeling dat na onderzoek was vastgesteld dat voor de stations in Flevoland, Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Gelderland het zogeheten congestiemanagement geen oplossing biedt. Verder meldt Liander nog een nieuw oranje schaarstegebied in Gelderland. Hier is geen extra netcapaciteit beschikbaar en is Liander tevens met congestieonderzoek gestart. Overigens geldt de beperkte netcapaciteit in de betreffende regio’s vaak slechts voor een deel van het gebied of zelfs een plaats.
Groei van het totaal geïnstalleerd zonnestroomvermogen.
Nieuwe oplossingen
Vooral het voorkomen van congestie vraagt om nieuwe oplossingen op het gebied van slim balanceren van vraag en aanbod en bredere toepassing van opslag. Naast het belang van extra verbindingen op het elektriciteitsnet, moet elektrificatie van warmte en mobiliteit zorgen voor verbinding tussen de verschillende onderdelen van het energiesysteem om zo 100 procent duurzame energie mogelijk te maken. De congestieproblemen zijn lastig voor ondernemers die hun plannen om zonneparken te ontwikkelen in de ijskast moeten zetten, maar de netbeheerders worstelen er zelf ook behoorlijk mee. In het vakblad Solar Magazine noemde Ben Voorhorst van hoogspanningsnetbeheerder TenneT het ‘een puzzel die niet een-twee-drie is opgelost’. Hij wijst erop dat netbeheerders slechts ten dele verantwoordelijk zijn voor de huidige congestie. ‘De primaire trigger voor de extreem gegroeide vraag naar transportcapaciteit, is de plotselinge aanpassing van de sde+-regeling. Door acuut te stoppen met het financieren van biomassa maakte de rijksoverheid van de ene op de andere dag substantieel meer budget beschikbaar voor zonnestroom. Waar biomassacentrales en windparken een lange doorlooptijd kennen – en netbeheerders hierdoor voldoende tijd bieden om de netcapaciteit op orde te maken – geldt bij zonne-energie het tegenovergestelde.’ De branchevereniging van netbeheerders Netbeheer Nederland en Holland Solar ondertekenden eind vorig jaar Convenant Stroom Betaalbaar op het Net. Een van de afspraken is bijvoorbeeld dat zoninstallaties voortaan worden aangesloten op 70 procent van het paneelvermogen. Volgens de netbeheerders kan dat prima omdat een productiepiek van meer dan 70 procent jaarlijks maar 3 procent van de tijd voorkomt. Met de vrijkomende ruimte kunnen andere projecten worden aangesloten. Een andere afspraak is dat de leden van Holland Solar toezeggen dat de exploitatietermijn van hun projecten minimaal 20 jaar bedraagt. Op die manier zijn de investeringen die de netbeheerders moeten doen, gerechtvaardigd. Daarnaast gaan de netbeheerders de markt beter informeren over knelpunten in het net, zodat ze gezamenlijk kunnen zoeken naar de beste oplossing. In de toekomst willen de convenantpartners verdere afspraken maken om lokale overbelasting te voorkomen.
In het rapport wordt de verwachting uitgesproken dat de groei zich in 2021 doorzet
Toekomst Elektriciteitswet
De particulier die overweegt om te investeren in pv, zal zich overigens niet met de congestieproblemen bezighouden. Wat hem wellicht wél enige zorgen baart is de toekomst van de Elektriciteitswet. De voorgenomen wijziging in de Elektriciteitswet zou de groei mogelijk enigszins kunnen temperen. Het parlement moet zich binnenkort over dit voorstel buigen. De voorstellen zetten met name de groei van de residentiële sector onder druk, want een gevolg zal zijn dat de terugverdientijd voor een pv-investering langer wordt. Aanvaarding van de wetswijziging resulteert namelijk onder andere in de afbouw van het gedeelte zelfopgewekte stroom dat kan worden gesaldeerd met het eigen verbruik. Voor een huishouden met een installatie van 3 kWp en een gemiddeld eigen verbruik, zou de terugverdientijd hiermee oplopen naar 10 jaar in 2031. Bij een hoger aandeel eigen verbruik loopt de terugverdientijd voor pv-installaties slechts beperkt op of blijft die gelijk. Maar om een hoger aandeel eigen verbruik mogelijk te maken moet er wel extra worden geïnvesteerd in opslag of slimme technieken. Financiële afwegingen wegen het zwaarst bij het maken van de investeringsbeslissing onder consumenten, zo blijkt uit het onderzoek van dne Research. De helft van de consumenten geeft aan dat zij een terugverdientijd van minder dan 6 jaar als acceptabel zouden beschouwen. Dat de overige helft instemt met terugverdientijden boven de 6 jaar of zelfs boven de 8 jaar, geeft aan dat een eventueel nieuwe Elektriciteitswet niet direct de groei in de residentiële sector hoeft te drukken. Pas bij een terugverdientijd van meer dan 10 jaar zien consumenten af van investeringen in zonnestroom. Op de langere termijn wordt extra aandacht voor het financieel aantrekkelijk houden van verduurzamingsinvesteringen wel van belang, stellen de rapporteurs. Overigens staat een op de drie Nederlanders open voor een investering in zonnepanelen. Door de financiële voordelen van een dergelijke investering beter over te brengen, bijvoorbeeld door de nu vaak onderschatte levensduur van een pv-systeem toe te lichten, zou dit op kunnen lopen tot twee op de drie, verwachten de onderzoekers.
Elektriciteitsprijzen en opgewekte zonnestroom in 2020.
Zonneparken
De overheid heeft vanaf 2014 ruim 17,4 miljard euro aan subsidie toegezegd aan zonprojecten. Maar toezeggingen zijn nog geen uitkeringen: een toezegging wordt uitgesmeerd over meerdere jaren. De bedragen kunnen lager uitvallen wanneer een zonnepaneel minder stroom produceert dan in de aanvankelijke subsidieaanvraag was berekend. Ook kunnen fluctuaties van de stroomprijs invloed hebben op de uit te keren subsidie. Niettemin blijft evident dat er voor miljarden aan subsidies naar zonnepanelen zijn gegaan. Uit het overzicht van de projecten waarvoor sde+-subsidie is toegekend, blijkt dat er voor 5 GW aan projecten inmiddels is aangesloten en er nog voor bijna 11 GW aan zonnestroomvermogen in ontwikkeling is. Van de gerealiseerde projecten voert het zonnepark Stadskanaal van 89,1 MWp de top-10. Zonnepark Venekoten en Zonneakker Voorst volgden met respectievelijk 50 en 45,2 MWp op de tweede en derde plaats. Komend jaar moeten er nog enkele forse projecten worden opgeleverd. Zonnepark Dorhout Mees, bij Biddinghuizen, is straks goed voor maar liefst 148 MWp. Zandwinningsbedrijf Kremer wil medio volgend jaar een drijvend zonnepark bouwen op de Zuidplas in Sellingerbeetse. Het zonnepark wordt ontwikkeld door energiebedrijf GroenLeven uit Heerenveen en heeft een vermogen van 48 MWp. Met al die groeicijfers en de grote projecten die nog in uitvoering zijn, zou je bijna over het hoofd zien dat het aandeel zonnestroom in de Nederlandse elektriciteitsmix nuchter beschouwd nog erg bescheiden is. In 2019 kwam 4,8 procent van de netto elektriciteitsproductie voor rekening van zonnestroom. In 2020 leverde zonnestroom op basis van een geïnstalleerd vermogen van 10,1 GWp een productie van 7,92 TWh, oftewel 6,6 procent van de netto elektriciteitsproductie. Daarmee komt het totale aandeel van hernieuwbare bronnen voor 2020 op 26 procent van de in Nederland opgewekte elektriciteit.
geïnstalleerde zonnestroomcapaciteit gerealiseerd vanuit SDE+-budget en Geïnstalleerde zonnestroomcapaciteit gerealiseerd vanuit SDE+-budget.
Europese top-5
Rolf Heynen, directeur van dne Research wijst erop dat ‘Nederland in de Europese top-5 staat van landen met de meeste zonnepanelen. ‘Op Duitsland na is er zelfs geen enkel ander land met zoveel panelen per inwoner. Met de vorig jaar bereikte mijlpaal van 1 miljoen woningen met panelen op het dak, mag worden geconcludeerd dat de zonnerevolutie breed wordt gedragen. Daar komt nog bij dat de solarbranche een flinke bijdrage levert aan de werkgelegenheid. Inmiddels zorgt de sector voor zo’n 24.800 voltijdsbanen.’ De groei van de sector vertaalt zich in het aantal banen. In 2014 waren er minder dan zesduizend voltijdbanen in de zonnebranche. De groei van de werkgelegenheid is overigens wel enigszins aan het afnemen, maar van een afvlakking is nog beslist geen sprake. Klom het aantal fte-banen in 2018 nog op tot 15.900 banen, een verdubbeling bijna ten opzichte van 2017, in 2019 groeide de werkgelegenheid in de sector naar ruim 22.000 en vorig jaar dus naar bijna 25.000. 2020 was een volatiel jaar voor de stroomprijzen op de day-ahead-markt (apx). Tussen januari en april zakte de prijs van zonnestroom van 37 €/MWh naar slechts 13 €/MWh door een ingezakte vraag en groot aanbod. In deze periode werd Nederland hard geraakt door Covid-19 en was er tegelijkertijd een grote hoeveelheid zonlicht. In mei, wat een zonnigere maand was dan april, begonnen de stroomprijzen weer te stijgen en daalde het verschil tussen de prijs van zonnestroom en de gemiddelde stroomprijs.
Tekst: Mari van Lieshout, freelance journalist.
Fotografie: Industrie
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.