December 2024
Atoomkelder als A-locatie voor artiesten en archief
VV+ opvallend
De koude oorlog was de aanleiding om een ondergrondse atoombunker in het centrum van Den Haag te bouwen. De bunker onder de Schedeldoekshaven fungeerde in de jaren ’70 als noodzetel voor de Nederlandse regering tijdens een mogelijke nucleaire aanval. Binnenkort opent deze voormalige schuilplaats haar deuren voor zowel muzikanten als een deel van het Haags Gemeentearchief. Spie ging de strijd aan met één meter dikke betonwanden om het klimaat, verlichting en beveiliging voor de toekomstige gebruikers op orde te brengen.
De Haagse atoombunker ligt recht onder het Wijnhavengebouw van de Universiteit Leiden (in Den Haag). Op die plek was vroeger het ministerie van Binnenlandse Zaken gevestigd. De bunker werd ook wel noodzetel genoemd, omdat het ten tijde van een nucleaire aanval ‘alles’ bood wat nodig was voor de Nederlandse regering om twee weken haar werk voort te zetten.
Muzikanten en archief
Een locatie met een historische waarde, maar ook geschikt om méér mee te doen. De Haagse gemeenteraad stemde dan ook in met een herbestemming tot ‘muzikale broedplaats’ voor Haagse bands, dj’s en andere muzikanten. In het voorjaar van 2022 lag het definitieve plan op tafel waarin de ruimte werd gereserveerd voor Haagse muziekproducers, live muzikanten en dj’s, maar ook als opslagruimte voor het Haagse Gemeentearchief.
Met de spreekwoordelijke klap van de hamer werd Spie verantwoordelijk voor het gehele project; zowel bouwkundig, elektrotechnisch als werktuigbouwkundig. Van sloop tot eindresultaat. ‘Een serieuze uitdaging’, weet projectmanager Maurilio Nijbacker. ‘De bunker heeft namelijk een oppervlakte van circa 2.000 m2, telt twee verdiepingen en heeft wanden en plafonds van een meter dik.’
Circulair denken
Hoewel SPIE voortvarend te werk is gegaan, was er ook zeker sprake van bedachtzaamheid. Bij de voorbereidingen is nauwkeurig bepaald welke delen van de oude installaties moesten worden vervangen en welke goed genoeg waren om opnieuw te gebruiken. Daarbij is bovendien rekening te houden met installaties of onderdelen hiervan, die bewaard moeten blijven vanwege hun historische waarde. Nijbacker: ‘Om de bunker 14 dagen hermetisch te kunnen afsluiten en toch te kunnen blijven werken, was er onder meer een ruimte met zuurstofflessen, waarmee het zuurstofniveau van de intern gecirculeerde lucht op peil werd gehouden. Verder waren er drie dieselaggregaten om eigen stroom op te wekken en een grote ruimte onder de toiletten om afvalwater op te vangen en te bergen. Een echte ‘beerput’ die behouden blijft voor de nieuwe toiletvoorzieningen. Maar ook de oude ontruimingskast blijft behouden, alleen dan als museumstuk. Al dit soort zaken maakt het een uitdagend, maar uiteraard ook heel bijzonder project.’
Nieuwe techniek
Centraal in de klimatisering van de bunker staat de luchtbehandelingskast die op de eerste ondergrondse verdieping is geplaatst. Deze kast voorziet beide verdiepingen van geconditioneerde lucht, die elektrisch wordt naverwarmd. Hiermee is zowel de luchtkwaliteit als de temperatuur in alle ruimtes gewaarborgd. Ook is een wtw-unit geplaatst die voorkomt dat de warmte van de retourlucht naar buiten verloren gaat. Voor de archiefruimtes wordt de buitenlucht heel bewust niet toegelaten, omdat het zuurstofgehalte hiervan juist schadelijk kan zijn voor de staat van de archiefdelen. Voor deze ruimtes wordt een zuurstofreductiesysteem ingezet dat het percentage zuurstof van 18 procent terugbrengt naar ongeveer 16 procent.
Een deel van de regeltechnische installaties wordt hergebruikt, evenals het grootste deel van de kabelgoten. Wel worden alle ruimtes voorzien van bemetering, zodat iedere gebruiker uiteindelijk voor zijn eigen energiegebruik een rekening ontvangt. Nijbacker: ‘Bouwtechnisch zijn er behoorlijk wat muren weggebroken om een ruimtelijker effect te creëren, wat goed gelukt is. Kenmerkende zaken zijn uiteraard behouden gebleven zoals de grote rode deuren die verschillende zones van elkaar scheidde. Ook bestaande luchtschachten of in sommige gevallen vluchtroutes zijn bewust zo gelaten. Soms vanuit praktisch oogpunt, soms vanuit de historie gezien.’
‘Nogmaals: een echte uitdaging’, besluit hij. ‘Ook omdat berekeningen grotendeels gebaseerd zijn op situaties boven de grond, maar denk ook aan de logistieke uitdagingen. Meters dik beton, smalle doorgangen en moderne installatietechniek. De luchtbehandelingskast moest bijvoorbeeld in onderdelen naar beneden en is ter plekke weer in elkaar gezet. Maar wij zijn wel wat gewend en het is allemaal gelukt.
Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: Eric de Vries, Modus Architecten en ingenieurs
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief