VV08 cover 600
Juli 2021

Inspiratie voor circulair bouwen

14 01

Een volledig circulaire economie in 2050 is uitsluitend mogelijk wanneer ook de bouwketen vol ‘aan de bak’ gaat. Om alle partijen in de keten te inspireren, stelde Merosch de ‘Inspiratiegids Circulair Bouwen 2021’ samen. Hierin zijn twaalf circulaire projecten beschreven die niet alleen technische oplossingen, maar ook financiële en organisatorische aspecten aanstippen. Samenwerken staat centraal; net als dat er vaak meer mogelijk is dan mensen denken. Tevens bevat de gids een lijst met meer dan vijftig circulaire materialen.

Het verduurzamen van gebouwen en gebieden in Nederland kan en moet beter. Om die reden focust Merosch zich op mensen, samenwerking, natuur en techniek binnen de vijf thema’s: energie, gezondheid, circulariteit, warmtetransitie en integraliteit. Menno Schokker, adviseur bij Merosch: ‘Wij brengen vooral advies uit aan architecten, gemeenten, ontwikkelaars en woningcorporaties die ambitieuze doelstellingen hebben ten aanzien van circulair bouwen. Daarbij merken we dat voor bijna elk project dezelfde vragen van belang zijn. Ten eerste hoe je circulair bouwen in het ontwerp integreert en daarnaast de vragen over kosten en baten.’
‘Naast deze directe vragen moet je bovendien rekening houden met het feit dat circulair bouwen geen heilige doelstelling op zich is. Elke beslissing die je neemt in het kader van circulariteit, heeft invloed op andere aspecten die net zo belangrijk zijn. Denk daarbij aan klimaatadaptie, biodiversiteit, gezondheid, mobiliteit en energie. Maar ook aan de ambities en doelstellingen die een specifieke gemeente of beheerder van een gebied heeft. Dit geeft meteen al aan hoe complex het thema circulariteit is. Daarom is het ook praktisch onmogelijk om op dit moment een universeel en sluitend model te ontwikkelen waarin alle projecten te vangen zijn. Dat betekent echter niet dat er geen stappen zijn te zetten. Integendeel.’

14 02Het ‘zandkasteel’ wordt in opdracht van de gemeente Amsterdam getransformeerd naar een nieuwe vestiging van de Amsterdam International Business School.

Drie hoofdzaken en vijf handvatten

Om aan deze stappen enige richting te geven, formuleerde Schokker voor feitelijk iedereen in de bouwketen enkele hoofdzaken en handvatten. ‘We willen heel graag een nietszeggende duurzaamheidshype 2.0 voorkomen. Dat is alleen mogelijk wanneer iedereen in de keten met elkaar samenwerkt, maar bovenal begrijpt waar hij of zij mee bezig is.’
De eerste hoofdzaak is wat Schokker betreft ‘groeien zonder milieu-impact’. Dit betekent dat circulair bouwen zodanig moet zijn ingericht, dat we kunnen blijven groeien en bouwen, maar dan zonder negatieve impact op het milieu. Daarbij ziet hij een focus op het sluiten van materiaalstromen en – direct daaraan verbonden – het besef dat veel materialen direct kunnen worden hergebruikt of op een andere manier gerecycled. Dit voorkomt weggooien of verbranden en heeft vaak ook nog een financieel voordeel. ‘Als je wilt beginnen met circulair bouwen is vooral bezinning, bewustwording en bewustzijn van belang. Begin bijvoorbeeld eens met het kijken naar de hiervoor genoemde hoofdzaken in relatie tot de rol die jij speelt in de keten’, geeft Schokker aan.
Hij vervolgt: ‘Wanneer je bijvoorbeeld gaat ontwerpen, richt je dan niet alleen op de functionaliteit tijdens gebruik, maar ook op het feit dat er een moment komt dat een gebouw weer wordt afgebroken. Hoe eenvoudig kun je demonteren, zijn de losse componenten te recyclen enzovoorts. Dit heeft invloed op zowel de hele constructie als de materialen en montagemethoden die je selecteert. De kans is bovendien groot dat een gebouw tussentijds van functie verandert. Hoe kun je dit mogelijk maken zonder schade aan het milieu te veroorzaken? En tot slot zijn er op materiaalvlak sowieso stappen te maken. In het kader van circulariteit loont het bijvoorbeeld de moeite om op zoek te gaan naar milieuvriendelijke alternatieven voor traditionele keuzes en om na te gaan of je dezelfde functionaliteit kunt realiseren met minder materialen.’

Twaalf projecten circulair bouwen

• Merwede, grootste duurzame binnenstedelijke herontwikkeling Nederland.
• Levels wonen met extra energie (Utrecht).
• Platform cb’23 – het meten van circulariteit.
• Circulaire transformatie oud hoofdkantoor ing.
• 100 procent modulaire en demontabele school in Amsterdam.
• Parametrisch ontwerpen: Lucas onderwijs in Den Haag.
• Circulaire huisvesting Merosch Paris Proof in Bodegraven.
• Xplore next level in duurzaamheid in Diemen.
• Integrale duurzaamheid Tangent in Heerhugowaard.
• Stabrecht College gaat hoge ambities duurzaamheid waarmaken (Geldrop).
• Circulair & natuurinclusieve gemeentewerf in Nieuwkoop.
• Breeam Gebied Excellent Wisselspoor in Utrecht.

Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER)

Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Het Planbureau voor de Leefomgeving (pbl) heeft de voortgang beschreven in de Integrale Circulaire Economie Rapportage (icer). Deze is tot stand gekomen in een samenwerking tussen verschillende organisaties: cbs, Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht), cpb, rivm, rvo, rws en tno. De rapportage verschijnt elke twee jaar.
Aldert Hanemaaijer, projectleider icer 2021: ‘De icer geeft de stand van zaken weer van de overschakeling naar een circulaire economie in Nederland. Het rapport beschrijft de acties van maatschappelijke partijen, de middelen die zij hiervoor inzetten en de interventies van de overheid. Tevens omvat het rapport een samenvattend beeld van het Nederlandse grondstoffengebruik en de daaraan verbonden milieudruk en sociaaleconomische effecten.’
‘Het rapport biedt het kabinet hiermee handvatten om het beleid af te stemmen op de transitie naar een circulaire economie. Verder vormt het de input voor het overleg tussen de partijen die betrokken zijn bij het Grondstoffenakkoord en de vijf prioritaire transitiethema’s: biomassa en voedsel, bouw, kunststoffen, maakindustrie en consumptiegoederen.’

Eerste conclusies
Een van de conclusies uit dit rapport is dat de Nederlandse overheid in de achterliggende jaren met andere partijen een basis heeft gelegd en een structuur aangebracht voor de transitie naar een circulaire economie. Alle bijbehorende organisaties en ontwikkelde activiteiten zijn daarbij echter vooral technologisch van aard en gericht op recycling. Er is minder focus op innovaties, businessmodellen (betalen voor gebruik) en nieuwe vormen van financiering.
Om de doelstelling van 2050 te halen zal daarom meer ‘dwang en drang’ nodig zijn in de vorm van onder meer heffingen en regulering. Daarbij uiteraard rekening houdend met het feit dat de wet- en regelgeving circulaire initiatieven niet mag benadelen ten opzichte van bestaande productiepraktijken. Dit vraagt tevens om actie op eu-niveau.

14 04Met 24 ha is de herontwikkeling van Merwede één van de grootste binnenstedelijke herontwikkelingen in Nederland.

Inspiratiegids

Een van de handvatten die het bedrijf de bouwketen biedt, is de ‘Innovatiegids Circulair Bouwen 2021’. Hierin zijn twaalf bijzondere, circulaire projecten opgenomen waarin oplossingen en ideeën voor verschillende uitdagingen zijn beschreven (zie kader 1). Deze oplossingen zijn vormgegeven in bijvoorbeeld een bijzonder concept, een speciale techniek of een afwijkend materiaalgebruik. Letterlijk ter inspiratie voor anderen. Nordin Oudshoorn, junior-ontwerper bij Merosch: ‘Het zou te ver voeren om alle projecten te bespreken, maar met een aantal voorbeelden krijg je toch een goed overzicht van de mogelijkheden binnen circulair bouwen.’
Een eerste voorbeeld dat hij geeft is het project ‘Zandkasteel’. Het Zandkasteel in Amsterdam stamt uit 1987 en kenmerkt zich door een originele organische architectuur waarin verschillende torens zijn opgenomen. Daarnaast beschikt het gebouw over enkele bijzondere kenmerken, zoals inpandige waterwerken. In deze periode was het gebouw één van de meest duurzame kantoorgebouwen van de wereld waar volop gebruik is gemaakt van innovatieve technieken.
In 2017 is het pand gemeentelijk monument geworden en tot begin 2020 deed het dienst als hoofdkantoor van ing. Nu is het plan van de gemeente Amsterdam – eigenaar en opdrachtgever – om de drie torens van het Zandkasteel te transformeren naar een nieuwe vestiging van de Amsterdam International Community School. Het bruto oppervlak van de drie torens bedraagt 16.800 m2 en zal uiteindelijk ruimte bieden aan veertienhonderd leerlingen en docenten in het primair en voortgezet internationaal onderwijs. De overige torens zijn bestemd voor appartementen en commerciële functies.
Oudshoorn: ‘De ambitie is om de drie torens zo circulair mogelijk te renoveren. Dat betekent dat het niet de bedoeling is om het gebouw traditioneel leeg te strippen om vervolgens te renoveren, maar dat bij alles de vraag wordt gesteld of het nog bruikbaar is. En dat lever meer op dan je denkt. Zo is het mogelijk gebleken om veel installatietechnische componenten – ondanks de ruim dertig jaar oude installaties – volledig te renoveren tot nieuwstaat.’
De woorden van Oudshoorn zijn niet overdreven gezien de lijst van hergebruikte installaties: 3 liften, zo’n 80 toiletten, 350 multizuilen, praktisch alle radiatoren, groot deel van de elektrakabels, ruim 850 toevoerroosters, ongeveer 20 brandslanghaspels, 10 luchtbehandelingskasten, de gehele sprinklerinstallatie en droogblusinstallatie, zo’n 2.000 verlichtingsarmaturen, de volledige gevelonderhoudsinstallatie, een belangrijk deel van de verwarmings- en koelleidingen, de bliksembeveiliging en aardingsinstallatie, de data-installatie inclusief patchkasten en bekabeling.
Hij benadrukt: ‘Veel van deze installaties zouden oorspronkelijk bij een renovatie volledig zijn verwijderd en vervangen. In het kader van juist circulariteit is dat ‘not done’. En je ziet dus wat er – na een grondige inspectie, reiniging en eventueel reparaties – inderdaad behouden kan blijven. Dit besef moet bij velen nog groeien. We zijn te veel een wereld geworden waar oude zaken vooral uit gemakzucht worden weggegooid en vervangen door nieuwe exemplaren. En dat betreft overigens niet alleen in de installatietechniek. Bouwkundig gezien is er ongeveer 800 m2 tapijttegels, alle kozijnen en ongeveer 1.500 m2 plafondplaten hergebruikt. Daarnaast hebben we hier te maken met een gemeentelijk monumentaal pand. Bij het ontwerp dienen de monumentale waarden van het gebouw dus in stand te worden gehouden.’

Demontabele school

Voordat bovenstaande locatie gereed is – de planning staat op ‘ergens’ in 2023 – moeten de leerlingen elders worden ondergebracht. De gemeente Amsterdam heeft gekozen om een volledig modulair en demontabel gebouw met een oppervlak van ongeveer 5.500 m2 te realiseren dat ruimte biedt aan ongeveer 550 leerlingen. Oudshoorn: ‘Het gebouw is demontabel zodat het op een later tijdstip op een andere locatie weer is op te bouwen – eventueel zelfs in een andere vorm. Hiermee voorkomt de gemeente Amsterdam dat het gebouw uiteindelijk moet worden gesloopt wanneer het pas een aantal jaren in gebruik is geweest.’
In de huidige vorm is het ongeveer 20 jaar in te zetten voor onderwijs of andere maatschappelijke doeleinden. Dat geldt ook voor de installatietechniek die modulair is opgebouwd en hiermee steeds opnieuw in te zetten. Zo zijn er stekkerbare verbindingen toegepast voor installatietechnische koppeling. Bij het ontwerp is verder niet alleen gekeken naar de functionaliteit van het gebouw, maar ook specifiek gelet op de uitstraling. Oudshoorn: ‘Niemand vindt het leuk om zijn schooltijd door te brengen in een soort noodgebouw. Daarom heeft deze school een permanente uitstraling ondanks het feit dat het een tijdelijke huisvesting betreft.’

14 05Het eigen kantoor van Merosch betreft een volledig circulair gerenoveerde gymzaal uit 1955; aardgasvrij, energieleverend en met hergebruik van onder meer casco, gymzaalvoer, klimrek en de verwarmingsleidingen in trap.

Innovatielab

Verder noemt Margriet Vlot, duurzaamheidsadviseur bij Merosch, het project ‘herontwikkeling van Merwede’. Het gaat hierom een deelgebied in Utrecht dat is aangewezen als één van de vier belangrijkste gebiedsontwikkelingen. Met 24 ha is het tevens één van de grootste binnenstedelijke herontwikkelingen in Nederland. Vlot: ‘Het hier om zesduizend woningen gaat, wat behoorlijk veel is. Daarnaast speelt het thema ‘circulair slopen’ hier een belangrijke rol. In feite is dit te beschouwen als een innovatielab om te komen tot een lokale circulaire norm en een volgende stap richting het materialenpaspoort. Dit paspoort – waarin alle materialenstromen in kaart worden gebracht – moet het hergebruik van alle materialen vereenvoudigen.’
Het circulaire slopen heeft betrekking op een bedrijventerrein dat moet worden afgebroken en plaats moet maken voor de genoemde zesduizend woningen. Circulair slopen betekent in de praktijk: scheiden en demonteren. Sommige delen, bijvoorbeeld de akoestische plafondplaten, kabelgoten, relingen en trappen, worden doorverkocht. De grondstoffen die terugkomen in de keten zijn de grondstoffen die worden gescheiden. Vervolgens wordt geprobeerd deze weer zo hoogwaardig mogelijk in te zetten. Houten balken worden hiertoe ontdaan van bijvoorbeeld alle spijkers en gekeken wordt naar de mogelijkheden om het staal en beton op een circulaire manier te behandelen.
Vlot: ‘Wij hebben in dit project verder onderzoek gedaan naar het optimale systeem om duurzaam te verwarmen én koelen. Uit de vergelijking van eerdere energieconcepten, is gekozen voor een collectief warmte-koudeopslagsysteem. Met dit systeem wordt gebruik gemaakt van grondwater in de ondergrond en water uit het Merwedekanaal in combinatie met warmtepompen. Merwede krijgt zo de grootste warmte-koudeopslag van Nederland. En ook hier hebben we naar meer aspecten gekeken dan de functionaliteit alleen. Tijdens een studie naar de hoeveelheid energie die kan worden opgewekt wanneer de daken van alle huizen worden voorzien van pv-panelen, hebben we ook gekeken wat de impact hiervan is op de gezondheid en leefbaarheid voor de bewoners.’

‘Een belangrijke aanleiding voor de start van dit platform is het feit dat ons grondstoffenverbruik moet worden teruggedrongen’

Productenlijst

Het inspiratieboek sluit af met een overzicht van circulaire producten die zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals fundering, vloeren, draagconstructie, gevel (dicht en open), dak, binnenwanden, isolatiemateriaal en installaties. Schokker: ‘Het is een dynamisch document van producten die wij als bedrijf tot nu toe hebben kunnen vinden. Bij elk product staat aangegeven wie de producent en leverancier zijn, welk materiaal het betreft, waar het past binnen de thema’s duurzaamheid en circulariteit, of het aanwezig is in het nmd en wat de kosten zijn. Eventueel is een afbeelding en een link toe te voegen. De lijst is onder meer te gebruiken om snel te zien of er bepaalde alternatieven beschikbaar zijn voor huidige materialen die minder passen binnen ‘circulariteit’. Elke producent van dit type product is vrij om de lijst aan te vullen. Wanneer ze inderdaad in de lijst passen, zijn ze in 2022 terug te vinden wanneer de tweede inspiratiegids in de Week van de Circulaire Economie wordt uitgegeven.’

Samenwerken

Als een rode draad door alle projecten, loopt het thema ‘samenwerken’. Om die reden is Schokker voor Merosch ook verbonden met het Platform cb’23. ‘cb’23 staat voor: Circulair Bouwen in 2023 en heeft als doelstelling om alle partijen in de bouwketen die circulaire ambities hebben, met elkaar verbinden. Zowel in de gww-sector als in de woning- en utiliteitsbouw. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsector-brede afspraken op te stellen over circulair bouwen. Dit wil het platform bereiken door het opbouwen en delen van kennis en het inventariseren en agenderen van belemmeringen.
Schokker: ‘Een belangrijke aanleiding voor de start van dit platform is het feit dat ons grondstoffenverbruik moet worden teruggedrongen. Dit is alleen mogelijk door samenwerking tussen de verschillende schakels in de bouwketen. Je moet materialen immers hoogwaardig gaan hergebruiken. Hiervoor moet je nadenken over materiaalgebruik in je ontwerp, maar ook tijdens produceren, bouwen en beheren van bouwwerken. Om het bouwproces te hervormen is overigens niet alleen de input van grote bouwbedrijven, projectontwikkelaars en aannemers van belang. Ook mkb en startups zijn welkom en alle invalshoeken zijn relevant. Dat betekent dat ook de financiële sector kan aanhaken en dat we verwachten dat intermediairs, studenten, wetenschappers en beleidsmakers eveneens een waardevolle bijdrage kunnen leveren.’

Tekst: ing. M. de Wit – Blok, freelance journaliste.
Fotografie: Industrie

Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.