September 2021
Steden zijn onderschatte factor in herstel van biodiversiteit
Urban Insight-rapport van Sweco
Uit het rapport ‘Building in biodiversity for climate, for health’ van ingenieursadviesbureau Sweco blijkt dat juist steden een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van biodiversiteit. De biodiversiteit in Europa is er slecht aan toe, maar opvallend genoeg zijn het de steden met hun afwisselende landschap en dynamiek, die het tij kunnen keren.
Door toedoen van de mens is het bijzonder slecht gesteld met de biodiversiteit. Het is een situatie die even bedreigend is als de opwarming van de aarde. Door ontbossing, landbouw, visserij en jacht nemen planten- en diersoorten in rap tempo af. Zonder snelle, ingrijpende maatregelen zullen honderdduizenden soorten uitsterven en onmisbare ecosystemen verarmen. Op basis van een internationale studie concludeert Sweco, een van Europa’s grootste ingenieursbureaus, dat steden met hun afwisselende landschap en dynamiek een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het herstel van biodiversiteit. Een natuurinclusieve inrichting met veel groen geeft niet alleen dieren hun voedsel, schuilplekken en broedplaatsen, het houdt ook geluid tegen, zuivert de lucht, zorgt voor verkoeling en houdt regenwater vast. De biodiversiteit in steden is tegenwoordig in veel gevallen hoger dan op het platteland, doordat er veel variatie en afwisseling is in het landschap en er weinig bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Het is een onverwachte conclusie in het nieuwste Urban Insight rapport van Sweco ‘Building in biodiversity for climate, for health’. De onderzoekers, bioloog Tarja Ojala (Sweco Finland) en ecoloog Ishbel Campbell (Sweco UK), stellen dat steden steeds belangrijker worden als leefgebied voor allerlei soorten planten en dieren. Want juist in de steden is er veel dynamiek en zijn er veel ontwikkelingen waardoor er volop kansen zijn voor het bevorderen van de biodiversiteit. Een belangrijke voorwaarde is wel dat verschillende disciplines, zoals ruimtelijke ordening, infrastructuur, architectuur en gebouwen de natuur vanaf het begin integraal in de plannen opnemen. Door bijvoorbeeld simpelweg groenperken met typische gemeentestruiken te vervangen door een vegetatie met wilde bloemen, komen er ruim twee keer zoveel insecten op af én het is goedkoper in onderhoud.
Precair
De periode 2011 – 2020 was door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het decennium voor biodiversiteit. Nu we dat achter ons hebben, duiken er veel studies op die wijzen op de precaire aard van het klimaat en de ecosystemen. Alle studies benadrukken het vitale belang van biodiversiteit in ons dagelijks leven en onze toekomst. Volgens het rapport Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services uit 2019 worden ongeveer 1 miljoen dier- en plantensoorten met uitsterven bedreigd – vele soorten al binnen 10 jaar. Uit dit verslag, dat is opgesteld door het Intergouvernementeel Platform voor wetenschapsbeleid van de vn, blijkt dat de gezondheid van ecosystemen sneller dan ooit verslechtert. Deze verslechtering beïnvloedt de fundamenten van onze economieën, levensonderhoud en voedselzekerheid. Maar het gaat niet overal slecht. Veel steden in Europa zijn erin geslaagd de biodiversiteit te beschermen. De rapporteurs noemen als voorbeeld Berlijn. De stad heeft een flink hoger aantal flora- en faunasoorten in vergelijking met de landelijke omgeving . Daarnaast heeft de stad het hoogste aantal broedvogels van vergelijkbare steden in de gematigde klimaatzone. Berlijn en veel andere steden creëren meerdere microklimaten vanwege de verscheidenheid aan bouwconstructies. Die bieden meer kansen voor planten en dieren om goed te gedijen dan veel plattelandsgebieden met een monocultuur van weidegrond of akkerbouwgewassen. De sleutel om ervoor te zorgen dat steden tot ecosystemen kunnen uitgroeien, ligt in het waarborgen dat soorten ook worden gelokt door bij de inrichting van de steden rekening te houden met de specifieke eisen van die soorten wat betreft hun habitat.
Berlijn heeft een flink hoger aantal flora- en faunasoorten in vergelijking met de landelijke omgeving.
Bomen
De diversiteit van boomsoorten en de aanwezigheid van dood hout zijn de belangrijkste elementen voor gevarieerde flora en fauna. Bijna een vijfde van de Europese houtkeversoorten dreigt uit te sterven door de aanhoudende afname van grote oude bomen in heel Europa. Naast het feit dat bomen belangrijk zijn voor een grote diversiteit, zijn ze ook een enorme verrijking voor het stadsbeeld en leveren ze een grote bijdrage aan het welzijn van de stadsbewoner. In een groene omgeving voelen mensen zich prettig en gelukkig, worden beweging en activiteit gestimuleerd en worden mensen uitgenodigd tot recreatie en sociale interactie, stellen de rapporteurs. En plekken waar bewoners meer contact hebben en zich betrokken voelen, kennen doorgaans minder verloedering, overlast en criminaliteit. Ook niet onbelangrijk: blootstelling van de mens aan micro-organismen in de bodem, vooral in een vroeg stadium, komt volgens Ojala en Campbell het menselijk immuunsysteem ten goede en zal beschermen bieden tegen ziekten, zoals astma en atopie (de neiging om allergische ziekten te ontwikkelen). Daarnaast speelt biodiversiteit een rol bij de regulering en bestrijding van infectieziekten. Een rijkere vegetatie biedt niet alleen schaduw en beschutting op een zonnige dag, het is ook een welkome buffer van lawaai. Het rapport stelt dat een groendak met een substraatlaag van 12 cm het geluid vermindert met 40 dB en een substraatlaag van 20 cm zou zelfs een verlaging van 46 – 50 dB geven. De onderzoekers merken op dat een volwassen lommerrijke boom in een seizoen evenveel zuurstof produceert als tien mensen in een jaar inademen. Het verhogen van de CO2-opslag in stedelijke gebieden met ecosysteemdiensten is eenvoudig een kwestie van meer aanplanten. En door te zorgen voor bomen in het straatbeeld en parken en bossen in stedelijke gebieden, neemt meteen ook de biodiversiteit toe. Eén boom kan tot 150 kg CO2/a absorberen. Een bescheiden bos of een park in de nabijheid van een stad neemt al gemakkelijk enkele miljoenen kilo’s CO2 op. Een ander aspect dat vaak uit het oog wordt verloren is de energiebesparing waaraan bomen indirect bijdragen. Bomen die goed rond gebouwen worden geplaatst, brengen de warmtelast van de gebouwen sterk omlaag en kunnen de energie benodigd voor airconditioning 20 – 50 procent terugbrengen in vergelijking met een gebouw in een stenen omgeving, rekenden de onderzoekers uit. De strategische plaatsing van bomen in stedelijke gebieden kan de lucht 2 – 5 °C koelen, waardoor het stedelijke hitte-eilandeffect wordt verminderd. Daarnaast zijn de bomen bijzonder nuttig voor de opname van (overtollig)regenwater.
‘Urban farming’ zorgt voor een grotere biodiversiteit en een gezondere stad.
Building with Nature
Stedenbouwkundigen moeten zich inzetten om stedelijke gebieden te verbinden met de lokale ecosystemen die de meeste waarde toevoegen voor biodiversiteit en menselijk welzijn; een werkwijze die wordt aangeduid als ‘Building with Nature’. De ecosystemen die in het kader van het stedenbouwkundig ontwerp kunnen worden gekozen, zullen van geval tot geval verschillen. Wanneer stedenbouwkundigen maatregelen kunnen kiezen die zowel de biodiversiteit ondersteunen als de veerkracht vergroten, komt dit ook de inwoners ten goede. Door toepassing van de Building with Nature-uitgangspunten zijn stedenbouwkundigen in het Verenigd Koninkrijk meer dan hun collega’s in andere landen erin geslaagd versterking van de biodiversiteit, menselijk welzijn en duurzaam waterbeheer aan het begin van het ontwerpproces bij elkaar te brengen. Een groene infrastructuur met parken en waterlopen kan dienen als een ‘stepping stone’ om stedelijke en landelijke gebieden met elkaar te verbinden. Groene infrastructuur is volgens Campbell en Ojala niet alleen relatief eenvoudig toepasbaar, maar ook een economisch levensvatbaar en een effectief instrument om de gevolgen van klimaatverandering te bestrijden. Het kan mensen van grote dienst zijn bij hun inspanningen om zich aan te passen aan de negatieve effecten van extreme weersomstandigheden. De onderzoekers verwijzen in dit kader naar een voorbeeld in ons land, The Knowledge Mile. De Knowledge Mile strekt zich uit over een centraal deel van Amsterdam, de Wibaut- en Weesperstraat. Het is een geografische dwarsdoorsnede van de stad waar grootstedelijke vraagstukken, zoals ernstige luchtvervuiling en wateroverlast na hevige regenbuien, voor het oprapen liggen. Een samenwerkingsverband van kenniscentra, bedrijven, gemeentelijke diensten en hogescholen werkt sinds 2015 aan een programma om stoepen, gevels en daken te vergroenen, zodat dit hele gebied één hoog en lang park wordt. Zo kweekt onder meer het Amsterdam Fashion Institute natuurlijke kleurstoffen op deze Knowledge Mile in een daktuin. Een ander kantoorgebouw heeft een blauw dak om regenwater op te vangen voor het brouwen van bier. ‘Slimme bijenkorven’ zijn door studenten op daken geïnstalleerd voor bestuiving en om honing te leveren. Over het geheel genomen zullen deze initiatieven elkaar versterken met als gevolg een grotere biodiversiteit en een gezondere stad.
Ongeveer 1 miljoen dier- en plantensoorten worden met uitsterven bedreigd
Verharde straten
Verstedelijking en klimaatverandering hebben onze gezondheid op de proef gesteld in steden, stellen de onderzoekers in hun conclusie. ‘We hebben gezien hoe stedelijke structuren met verharde straten niet berekend zijn tegen veranderende weersomstandigheden, zoals hevige regenval en extreme hitte. Ze hebben daarentegen wel problemen als lawaai, luchtverontreiniging en een stressvolle omgeving opgeleverd waar de biodiversiteit ver te zoeken is. De mens heeft een rijke, natuurlijke omgeving nodig voor zijn welzijn. Gezonde ecosystemen met gezonde bodems brengen veerkracht naar steden, behouden normale CO2-waarden en gezonde voedings- en watercycli.’ Van oudsher wordt natuurbehoud buiten de stad in de praktijk gebracht. Maar steden zijn eigenlijk een deel van het antwoord, concluderen de onderzoekers. ‘Zodra we meer aandacht besteden aan het verbinden van de hotspots voor biodiversiteit op het platteland met stedelijke hotspots en de natuurlijke omgevingen in stedelijke regio’s nabootsen, kunnen steden de sleutel zijn tot het vergroten van de biodiversiteit en veel kansen bieden om het welzijn te ondersteunen.’ Stedenbouwkundigen moeten hun doelen kwantificeren via lokaal beleid, bijvoorbeeld door met CO2-neutraliteitsdoelstellingen bij elk ontwerp het streven naar een grotere biodiversiteit als uitgagspunt te nemen. Daarvoor is wel een grote bereidheid en een niet aflatende inzet van beslissers nodig met duidelijke richtlijnen van de overheid. Ook verdichting biedt kansen om binnenstedelijk te vergroenen en te verduurzamen. Zo kunnen verwaarloosde groene plekken worden opgewaardeerd en met elkaar verbonden, voor een natuurinclusieve en toekomstbestendige leefomgeving. Geen symbolische ingrepen of greenwashing, maar bewuste toepassing van uiteenlopende soorten waarbij rekening wordt gehouden met het netwerk op grotere schaal.
Aanbevelingen voor een natuurinclusieve stad
Maak biodiversiteit tot beleid
Neem het bevorderen van de biodiversiteit op aan de voorkant van processen, plannen en projecten. Een praktisch voorbeeld hiervan is het invoeren van een biodiversiteitsscan, waarin bij elk project en plan, in elke fase wordt bekeken waar de kansen voor biodiversiteit liggen en hoe deze verzilverd kunnen worden.
Beschouw de stad als ecosysteem
De geschiedenis, het omringende en het onderliggende landschap met abiotische factoren, zoals bodemtype en hydrologie, moeten leidend zijn voor de ontwikkeling van natuur in de stad. Stem het type natuur, de vegetatie, de beplanting en de soorten die je wilt aantrekken hierop af.
Zorg voor een robuust groenblauw netwerk
Zorg dat de stad dooraderd is met een robuust groen (beplanting) en blauw (water) netwerk. Het netwerk is een voorwaarde voor een biodiverse stad en heft tevens de harde grens op met het buitengebied. Een stevig, aaneengesloten en natuurlijk ingericht groenblauw netwerk zorgt voor effectievere bufferwerking van regenwater en sterkere vermindering van hittestress.
Maak natuurinclusief bouwen en inrichten standaard
Nestkasten in gebouwen en alleen vergroenen is niet genoeg. Zorg voor een samenhangend geheel waarin de groenblauwe ruimte en natuurinclusieve gebouwen elkaar aanvullen. Vogels, vleermuizen, bijen en vlinders hebben namelijk voldoende voedsel, water, schuil-, voortplantings- en overwinteringsmogelijkheden nodig in hun leefgebied.
Maak ecologisch groenbeheer standaard
Ecologisch beheer houdt specifiek rekening met flora en fauna. Het is essentieel om biodiversiteit te stimuleren en geeft een gevarieerd en natuurlijk beeld. Ga voor een omgekeerd maaibeheer: alles ecologisch beheren, tenzij er een goede reden is om dat niet te doen. Vorm eentonige gazons en bermen om tot bloemrijke velden en bijenlinten. Aantrekkelijk voor plant, dier én mens.
Maak grijs groen
Onze steden zijn nu erg verhard. Maak dit groener door zinloze verharding weg te halen en trottoirs en parkeerplaatsen met half open verharding uit te voeren. Ook de gebouwen in de stad kunnen minder verhard worden, door gevelgroen en groene daken te integreren op en aan de gebouwen. Groen op en aan gebouwen is niet alleen goed voor de biodiversiteit, maar zorgt ook voor een aangenaam klimaat en heeft een prettige uitstraling.
Neem bewoners mee
Mobiliseer bewoners niet alleen, maar communiceer ook met hen over de natuurinclusieve stad. De stad wordt gevarieerder, minder aangeharkt en opgeruimd, dat is heel anders dan wat we nu gewend zijn. Laat bewoners het groen in hun straat en buurt zelf beheren en maak voor iedereen een dagelijkse natuurbeleving mogelijk.
Tekst: Mari van Lieshout, freelance journalist.
Fotografie: Industrie