Mei 2021
Vakbeurs ISH: meer een maatschappelijk statement dan noviteitenbeurs
De coronapandemie maakte ook van de ish-vakbeurs, wereldwijd de grootste beurs voor klimaat en sanitair, een digitaal event. ish Digital 2021 gaat de boeken in als online platform waar vakmensen vooral konden luisteren naar trends, ontwikkelingen en zo af en toe een schaarse noviteit. Doordat het evenement voor het grootste deel bestond uit presentaties, discussies, pitches en nieuwsbulletins werd de beurs meer een maatschappelijk statement dan een marktplaats voor noviteiten.
De Green Deal van de Europese Unie, verse lucht en een gezond binnenklimaat en de energierevolutie, die nu echt begonnen is. Dat waren de belangrijkste onderwerpen tijdens de beursweek van die van 22 tot en met 26 maart werd georganiseerd. Direct na afloop liet een trotse organisatie weten dat er in die ene week maar liefst 290 uur aan content was uitgezonden. In totaal logden 69.000 mensen op een of meer van al die uren in, voor een digitale sessie. Ruim 40 procent van de mensen deed dit van buiten Duitsland. En dat terwijl erg veel presentaties en discussies in belangrijke mate over technische en maatschappelijke ontwikkelingen in Duitsland zelf gingen en ook in de Duitse taal plaatsvonden. Hoewel de organisatie over een zeer geslaagd event spreekt, hoopt ze van 13 tot en met 17 maart 2023 toch weer een fysieke beurs in het beurscomplex van Frankfurt te kunnen organiseren.
Verbinden en kennisoverdracht
Door alle beperkingen focuste de editie van dit jaar zich vooral op het verbinden van mensen, kennisoverdracht in de vorm van hoogwaardige content, en een uitgebreid programma met parallelsessies over de nieuwste oplossingen, innovatieve producten en startups. Voor de officiële opening waren, vanuit een fraaie studio, uiteenlopende hoogwaardigheidsbekleders gevraagd om hun visie te geven op de energierevolutie die zich ontvouwt. De meest prominente spreker was Peter Altmaier, de Duitse minister van Economische Zaken en Energie. Hij besprak de belangrijkste uitdagingen van het klimaatbeleid en benadrukte het grote belang van de uitdagingen die voortkomen uit de Europese Green Deal. Hij is van mening dat de bouw- en installatiewereld een vitale rol vervult om de internationale klimaatdoelstellingen te realiseren. Hij verzekerde de sector dan ook van actieve steun van de Duitse regering. Het is voor de Nederlandse sector te hopen dat het nieuwe kabinet straks een ministens even enthousiaste en met steunprogramma’s strooiende bewindspersoon krijgt, als deze Duitse minister. Altmaier vond het belangrijk om te melden dat – ondanks de pandemie – de Duitse woning- en bouwsector in 2020 een omzet van 64,11 miljard euro realiseerde, een stijging van 5,3 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
In totaal logden 69.000 mensen in voor een digitale sessie.
Koploper in batterijen en waterstof
Tegelijk was de Duitse minister ook erg verheugd over het feit dat de vakbeurs de Europese Green Deal tot een van de topthema’s had bestempeld. ‘Met de ‘renovatiegolf’ die voor ons ligt, zullen we zeer ambitieuze doelen moeten nastreven. Het gebruik van moderne energie- en verwarmingstechnologie zal een doorslaggevende rol vervullen wanneer we de vereiste CO2-besparingen willen realiseren.’ Dit gaf Altmaier de mogelijkheid om de kijkers en luisteraars te wijzen op de industriepolitiek die het land nu voert en waarin elektrificatie, batterijtechnologie en waterstof de boventoon voeren. ‘In 2030 willen wij in Duitsland een derde van de totale, Europese batterijproductie voor onze rekening nemen’, zo verklaarde de minister. Maar ook op het gebied van die andere, veelbelovende energiedrager, waterstof, wil Duitsland een koppositie innemen. ‘Samen met enkele andere landen in Europa,’ zo verklaarde de minister, terwijl hij een Europese landkaart toonde waarop naast Duitsland ook Nederland als waterstofinnovator was ingekleurd, ‘kunnen wij wereldwijd een koploper worden.’ Van Altmeier mag met de waterstoftechnologie niet hetzelfde gebeuren als met de pv-industrie is gebeurd. Na de aanvankelijke koppositie van Duitsland in de pv-sector, is die hele industrie, inclusief de belangrijkste innovators, aan Azië en vooral China verloren gegaan.
De installatiebranche zal volgens bewindvoerders echte oplossingen moeten bieden voor de energierevolutie die inmiddels is begonnen
Tekort aan geschoolde krachten
Altmeier kreeg in deze openingssessie bijval van andere bewindslieden en vertegenwoordigers van technische branches. Allemaal zijn ze overtuigd van de cruciale rol die de installatiesector zal moeten spelen. Deze branche zal echte oplossingen, zoals zij dat noemden, moeten bieden voor de energierevolutie die inmiddels is begonnen. Gezien de innovatieve oplossingen en systemen die de vele fabrikanten tijdens de beursweek uit de doeken deden, hoeven de bewindspersonen zich daarover geen zorgen te maken. Toch was er één belangrijk punt van zorg waarover verschillende mensen in verschillende sessies zich uitspraken: het tekort aan geschoolde medewerkers. Ook minister Altmeier voorziet in Duitsland een flink tekort zodra de installatie- en bouwsector die enorme renovatie en energierevolutie oppakt.
‘Iedereen in deze sector zal zijn uiterste best moeten doen om het aanbod aan geschoolde mensen te vergroten. Als overheid zullen we training en opleiding waar mogelijk faciliteren en financieren. Ook omdat we het belangrijk vinden dat jonge mensen al in hun opleiding met de meest moderne faciliteiten kunnen werken. Tegelijk moeten we ook de mogelijkheden open houden om geschoold personeel uit het buitenland binnen te halen. We zullen echt alle zeilen moeten bijzetten.’ Een pleidooi dat in vele sessies en bij vele bedrijven werd herhaald tijdens de beursweek.
Uiteraard was er ook aandacht voor nieuwe producten, zoals de nieuwe oplossingen van Vaillant voor duurzame energie.
Potentie van waterstof
Een veel besproken onderwerp was de opkomst van waterstof. In een uitgebreide discussie spraken uiteenlopende specialisten van de gas- en verwarmingsindustrie over de potentie en de mogelijkheden van waterstof voor de verwarming van onze gebouwde omgeving. Dr. Philipp Limbourg, werkzaam bij E.on, presenteerde een onderzoek naar de toekomstige energievoorziening in de stad Essen. Behalve dat Essen de ‘energiehoofdstad’ van Duitsland is, is deze stad ook representatief voor de gemiddelde stad bij onze Oosterburen. Bovendien is er een digital twin gemaakt van de volledige energie- en warmtevoorziening van alle woningen en gebouwen in de stad. Daardoor is het mogelijk om veel verschillende scenario’s uit te werken voor de energievoorziening in de toekomst. Limbourg maakte al snel duidelijk dat het niet één energiedrager is waarmee je de hele warmtebehoefte kunt verduurzamen. Elektrificatie zou een praktisch onmogelijke verzwaring van het elektriciteitsnet vereisen. Maar elk gebouw van waterstof voorzien, zou ook onvoldoende snel en extreem kostbaar worden. ‘Op welke manier we de energietransitie ook aanvliegen, een grote mix van duurzame elektriciteit, warmte en duurzaam gas zal noodzakelijk zijn,’ concludeerde Limbourg. ‘Grote voordeel is bovendien dat, zodra je de woning- of gebouweigenaar meerdere opties biedt, de kans veel groter is dat de eigenaar, die investeerder is, zelf enthousiast wordt voor verduurzaming.’ Zijn conclusie, mede gebaseerd op het onderzoek, is dat je ‘in elke stad eigenlijk altijd een mix van energiedragers nodig hebt om verduurzaming in de komende 30 jaar te kunnen afronden’.
Hele range aan energietoestellen
Ook Andree Groos, managing directeur van de Vaillant Group, betoogde in dezelfde discussie dat er op praktisch geen enkele plek één oplossing mogelijk is. Vaillant introduceert de waterstofketel, maar tegelijk breidt men de range warmtepompen fors uit. Zo liet Groos zien wat eigenlijk bij elke andere, grote speler in de verwarmingsmarkt te zien is: zij worden bedrijven die de hele range van energietoestellen kunnen leveren. Vaillant, maar ook Bosch Thermotechniek, bdr Thermea Group en Viessmann zijn internationale verwarmingsconcerns die niet alleen ketels voor duurzaam gas, maar ook toestellen met brandstofcel, warmtepompen en warmtedistributie-units leveren. Op die manier zijn ze in staat straks aan elke vraag naar duurzame warmte- en koudelevering te voldoen. Volgens Timm Kehler, directeur en lid van de Raad van Bestuur van Zukunft Gas, een collectief van de Duitse gasindustrie, benadrukt dat het vol inzetten op aardgas in Duitsland juist gezien moet worden als middel om de energietransitie te bespoedigen. In Nederland wijzen veel critici nogal eens op het overstappen op aardgas door onze Oosterburen, terwijl wij juist van het gas afgaan. Maar als we Kehler moeten geloven, ziet zijn industrie aardgas echt als transitiebrandstof, met als belangrijk voordeel dat de infrastructuur straks zonder aanpassingen voor allerlei duurzame gassen, waaronder waterstof, te gebruiken is. ‘Vrijwel onze hele infrastructuur is modern en daarmee één op één geschikt voor het transport en leveren van onder meer waterstof.’ De twintig miljoen Duitse huishoudens die nu aardgas krijgen, staan volgens Kehler op ‘pole position’ om de overstap naar duurzame gassen te maken.
In de Startup-Talks trok Home Power Solutions, dat een integralen oplossing presenteerde met een verwarmingstoestel, een energieopslagsysteem en een ventilatie-unit, veel aandacht.
Praktijk is weerbarstig
Als de overwegend optimistische geluiden tijdens deze ish Digital al eens negatiever dreigden te worden, dan kwam dit door het gebrek aan snelheid. Oplossingen zijn er voldoende, maar het toepassen in de praktijk is weerbarstig. Op dit moment verbetert de energie-efficiëntie van gebouwen in Duitsland met gemiddeld 1 procent per jaar (en het is niet aannemelijk dat dit in ons land sneller is). Dit tempo is niet hoog genoeg om in 2050 naar een energieneutrale gebouwde omgeving te komen. Naast de nieuwe, duurzame energiedragers zijn er dus technologieën nodig die voor een extra versnelling zorgen. Een zuiniger toestel of iets dikkere isolatie zet vooralsnog onvoldoende zoden aan de dijk. Interessante sessies tijdens deze digitale ish waren daarom de Startup-Talks, waarin jonge of nieuwe bedrijven met innovatieve producten zich konden pitchen. Een van die bedrijven was Ceres Power. Deze ontwikkelaar van brandstofcellen ontving recentelijk een investering van Bosch Thermotechniek, waardoor ze haar technologie nog sneller en breder kan verspreiden. Het doel van dit bedrijf is om hun technieken via licenties aan marktpartijen aan te bieden. Vooral Japan is op dit moment dé markt voor brandstofceltechnologie. De voorlopers en ook de grote waterstofprojecten zijn op dit moment vooral in dat land te vinden.
De twintig miljoen Duitse huishoudens die nu aardgas krijgen, staan volgens Kehler op ‘pole position’ om de overstap naar duurzame gassen te maken
Integraties in één toestel
Een andere startup met een boeiende presentatie was het bedrijf Home Power Solutions, dat een verwarmingstoestel, energieopslagsysteem en ventilatie-unit in een apparaat op de markt brengt. Dit hps System – Picea, zoals het heet – bevat een integratie van batterijen, vermogenselektronica, ventilatieapparatuur, elektrolyzer, brandstofcel en de hps-energiemanager. Daarnaast levert het bedrijf ook een compacte seizoensopslag waarbij energie in de vorm van waterstof wordt opgeslagen. De kosten van het totale systeem liggen tussen 70.000 en 100.000 euro; veel te kostbaar voor een gemiddelde woning, maar het is wel een richting waarin de innovaties zich bewegen. Ook hps ontving recentelijk al een investering van een eit InnoEnergy, en heeft daarmee een speler aan boord die voor versnelling en verbreding van deze ontwikkeling kan zorgen.
Ook de jongste ontwikkelingen op het gebied van klimaattechniek kregen ruim aandacht.
Energieopslag in warm water
In een van de andere Startup-Talks ging het over energie-innovaties, waarbij vooral de focus lag op benutting van zonne-energie en energieopslag in warm water. Het Spaanse bedrijf Abora presenteerde hun geavanceerde pvt-panelen aHtech; hybride zonnetechnologie, zoals Abora deze ontwikkeling noemt. Deze innovatieve technologie bestaat uit een reeks isolatielagen waarvan het ontwerp en de plaatsing de thermische verliezen van het paneel tot een minimum beperken. Daarnaast zorgt de constructie van het paneel ook voor een maximalisering van de elektriciteitsproductie, omdat de fotovoltaïsche cellen worden afgekoeld. Een andere startup was Mixergy, dat een intelligente boilertechnologie introduceerde. De ‘smart hot water tank company’, zoals zij zichzelf noemen, presenteerde een digitaal bestuurbare boiler waarbij de gebruiker met zijn app niet alleen kan zien hoeveel warm water hij nog tot zijn beschikking heeft, maar hij kan bijvoorbeeld ook via de app instellen op welke momenten de boiler, met goedkope stroom van het net, het water moet opwarmen. Als straks de energietarieven gaan variëren, en je mogelijk zelfs op bepaalde momenten geld krijgt als je elektriciteit afneemt, dan kun je dit met deze boiler en app volledig te automatiseren. Je kunt de boiler zelfs met je stem bedienen via een koppeling aan Google Home of Alexa van Amazon. De boiler kan volgens de leverancier aan elke gasketel, maar ook in elk warmtepompsysteem worden ingepast.
Volautomatische energiecentrale
Een andere innovator die een pitch mocht verzorgen, was Stefan Radinger van de Oostenrijkse warmtepompproducent Ovum. Hij liet vooral zien dat warmtepompsystemen, mits goed ontworpen, volautomatische energiecentrales kunnen zijn. Het warmtepompsysteem met bodembron, dat Ovum levert, bereikt een seizoens-cop van 5,33. Dit systeem is ideaal in de combinatie met pv-panelen. De regeling kan volautomatisch van verwarmen naar koelen overschakelen. Er zijn twee modellen leverbaar, van 9,5 of 14 kW. Maar de warmtepomp kan ook met een door Ovum geleverde buitenunit worden uitgerust, zodat hij buitenlucht in plaats van de bodem als bron gebruikt. De kracht volgens Ovum is hun absolute focus op de meest efficiënte warmtepompsystemen, waarbij zij de installaties tot in de kleinste details optimaliseren. Daarmee zetten zij zich impliciet af tegen de grote concerns, die zich juist als totaalaanbieder van alle energie- en verwarmingssystemen willen profileren.
Een andere startup met een interessant product en dito dienstverlening was het Duitse bedrijf Coneva. Deze startup introduceert een energiemonitoring en -managementsysteem dat zich vooral richt op het managen van laadpalen. Met de sterke groei van elektrische auto’s bieden steeds meer bedrijven, bijvoorbeeld hotels, maar ook winkelcentra, supermarkten en grote kantoorbeheerders, hun klanten en medewerkers de gelegenheid om hun auto op te laden. Maar als al die laadpalen tegelijk worden gebruikt, leidt dit tot enorm hoge energiekosten en in het ergste geval overbelasting en stroomuitval. Coneva managet en monitort de laadpalen en zorgt voor een optimale verdeling van de beschikbare elektriciteit. Ook kan het systeem, op basis van energietarieven en voorspellingen van die tarieven, het laden op de meest gunstige momenten aan en uit zetten. Volgens het bedrijf heeft de praktijk al uitgewezen dat hun systeem 30 – 45 procent op energiekosten kan besparen.
Tekst: Rob van Mil, freelance publicist.
Fotografie: ISH
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.